Zeeuws meisje
Het was begin oktober, ik ploeterde door het mulle zand van de Zeeuwse kust. Ik had het zwaar, loodzwaar maar wilde perse hier lopen. Waarom juist daar aan de Zeeuwse kust?, waarom nu juist deze loodzware marathon zonder overdreven veel voorbereiding? Het is een hele gok, en ben nog niet eens op de helft. Het zand is al kilometers eerder mijn loopschoenen binnen gedrongen en golven uit de zee voorkomen dat ik vroegtijdig zout tekort krijg. Maar die zout wrijft zich nog eens lekker in de zichtbare (blaren) en onzichtbare wonden (overmoedigheid) Toch laat ik me daar niet door van de wijs brengen, en dapper en vastberaden zet met elke stap mezelf dichterbij bij de finish. De toeschouwers vallen allen in stilte wanneer ik voorbij en ik zie ze denken van waarom nou zo?. Elke keer als ik de brui er aan wil geven zie ik in de verte een gedaante. Na een paar stappen zie ik dat de gedaante een blijkt mooie dame te zijn. Ze had in haar ogen het blauw van regenbogen en ze had iets in haar haren dat leek wel op maneschijn maar dat moest door de runnershigh een verbeelding van jewelste zijn. Door haar verschijning vergat ik voor even mijn pijnen en begon zelfs het tempo op te voeren. Ik liep al tijden achter aan maar nu haalde ik zelfs lopers in. Vertwijfeld keken die me aan, bijna was ik op bij de bult met stuifzand waar ik haar zag staan. Groot was de schrik dat ik haar niet zag staan, ik keek heel goed rond want met mijn koker weet je dat immers maar nooit maar ze was echt weg. De pijnen en vermoeidheid kwamen snel weer terug. Dat ga ik nooit meer halen dacht ik bij mezelf, terwijl ik de laatste loper aan de horizon zag verdwijnen. Ineens zag ik haar weer in de verte staan, ze riep me of beter gezegd ze zong en misschien wel voor me. Ik begon weer te lopen richting. Eerst kon ik er niets van verstaan maar hoe dichterbij ik kwam hoe meer ik er van kon verstaan. Kom laten we dansen aan de zee mijn liefste, dansen aan de zee. Het klonk betoverend mooi.. Ze stak haar hand uit, ja nog een paar 100 meter en dan was ik bij haar. Ik liep op mijn allerlaatste reserve bijna was ik er. Dat stukje leek eeuwig te duren, en al mijn spieren hadden stevig te verduren. Maar het leek me niets te deren, de schoonheid van deze dame deed alle pijntjes en vermoeidheid verdwijnen. Ze pakte mijn hand vast en dansten een afscheidswal langs de waterlijn, en het viel me erg mee hoe soepel ik het nog deed na al die zware loopkilometers. Hand in hand liepen we langs de kust, ineens trok ze me mee om even later abrupt tot stilstand te komen. Ze gaf me een zoen, een heftige zoen zo heftig zelfs dat alles ineens over en voorbij was. Ik dreef ineens midden in zee, mijlenver of beter gezegd kilometers (want daar was ik ook mee bezig) uit de kust. Ik dreef dankzij mijn lege waterflesjes, verder was ik doodop en dreef dus midden op zee. Ik was dom geweest, had een droom, geest, fatamorgan of wat dan ook nagejaagd. Misschien was het wel die runnershigh die het Zeeuws meisje tevoorschijn liet komen. Ik had me te grazen laten nemen door de man met de hamer, of in dit geval het Zeeuws meisje met de hamer. Ik riep om hulp maar door de vermoeidheid en de schrik kwam er geen volume uit en steeds verder dreef ik de zee op………
Maar gelukkig beste lezers werd ik ineens wakker, badend in de zweet wakker in mijn eigen bed, zonder het Zeeuws meisje dat wel. Maar wel met een boodschap namelijk Trainen, trainen en nog eens trainen en niet onbelangrijk laat je niet verleiden door het Zeeuws meisje…….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten