zaterdag 28 oktober 2006

Boeroes


Velen vragen zich af wat Wartaal met Suriname heeft en wat Suriname met Wartaal heeft. De link is eigelijk zo gelegd als je op de landkaart van Suriname kijkt. Als je heel goed kijkt zie je een klein plaatsje Groningen liggen. Groningen is de hoofdplaats van het district Saramacca in Suriname. De plaats ligt op een schelpenrits aan de linkeroever van de Saramaccarivier en heeft 2327 inwoners. Natuurlijk is Groningen een mooie naam voor een stad of dorp maar die naam is daar niet zomaar uit het niets uit de jungle komen kruipen. De wintis hebben er ook niets mee te maken maar waarom heet de hoofdplaats van district Saramacca nou Groningen. Wartaal ging op onderzoek uit.

In 1790 werd op deze plaats een vijfhoekig fort gebouwd, dat door gouverneur Jan Gerhard Wichers Groningen werd genoemd, naar zijn geboorteplaats. Aan de overkant van de rivier werd een leprakolonie aangelegd, Voorzorg genoemd. Fort Groningen maakte deel uit van een cordon van forten. Ter plaatse bevonden zich weinig plantages, en Groningen kwam daardoor niet erg tot ontwikkeling. Er waren plannen voor de bouw van een stadje, dat Colombia zou heten, maar uit veel meer dan het fort, een paar straten, een kerkhofje en een kerk uit 1830 van de Evangelische Broedergemeente bestond Groningen niet.

Eind 1845 arriveerden in Groningen de overlevenden van een groep Nederlandse boeren onder leiding van dominee A. van de Brandhof. De helft van de kolonisten waren bezweken aan de tyfus op Voorzorg. Ze waren vanuit de Nederlandse provincie Groningen naar Suriname geëmigreerd om op Voorzorg en Mijn Vermaak aan de overkant van de Saramacca een nieuw bestaan op te bouwen. Vermaak vonden ze daar niet echt wel de dood. Meer dan de helft van de kolonisten bezweken aan de ziekte dit mede doordat er niets voor de boeroes geregeld was. Men zag de migranten als één van de mogelijkheden om de kolonie voor de 'ondergang' te redden na affschaffing van de slavernij wat door Nederland in 1863 gebeurde. Blanke kolonisten zouden met de vestiging van kleinschalige landbouwbedrijven de economische structuur van het land kunnen verbeteren. Deze migranten worden ook wel Boeroes genoemd. Groningen moest de nieuwe en definitieve vestigingsplaats worden van de kolonie. Maar ook daar bleven de kolonisten niet lang, omdat Groningen te ver van Paramaribo lag, wat de verkoop van landbouwproducten vrijwel onmogelijk maakte. De oogst was al bedorven op het moment dat de boeren met de boot de stad bereikten.Ondanks protesten van hun leider Van den Brandhof verlieten vanaf 1849 kolonisten op eigen initiatief druppelsgewijs Groningen. De meesten vestigden zich in de buurt van Paramaribo, met name in Kwatta en Uitvlugt, waar ook tegenwoordig nog steeds de meeste boeroes wonen.



In 1853 werd de kolonisatie in Groningen definitief als mislukt beschouwd, en in 1854 vertrok Van de Brandhof weer naar Nederland. Zijn vrouw Anna Pannekoek was op 10 november 1845 overleden. Ze ligt begraven op het kerkhof van Groningen. Naar haar is in Groningen de Pannekoekstraat genoemd. Toen in 1863 de districten werden ingesteld, werd Groningen de hoofdplaats van district Saramacca. De woning van Van den Brandhof werd de woning van de districtscommissaris. Groningen is pas na 1960 tot ontwikkeling gekomen. Rond dat jaar werd de Oost-West verbinding aangelegd, en werd Groningen vanuit Paramaribo over de weg bereikbaar.Groningen telt een kantoor van de districtscommissaris; een postkantoor; een kantoor voor de politiecommandant, een kantoor van het Staats Zieken Fonds (SZF); het zwembad De Pirengs; en voetbalstadion Jaques Eliazer, genoemd naar de oprichter en voorzitter van de voetbalbond van Saramacca.

Het is fijn om een Groninger te zijn, waar dan ook!

Geen opmerkingen: